Kris Van Steenberge (1963) maakte met zijn wonderschone, epische roman Woesten een droomdebuut in de Nederlandse Letteren. Hij werd overladen met lovende recensies en bekroond met De Bronzen Uil en de Debuutprijs 2014.
Woesten
Woesten vertelt een broeierig verhaal vol dorpsgefluister. De 19e eeuw loopt ten einde. Elisabeth, dochter van de smid huwt de jonge arts Guillaume Duponselle. Als Elisabeth van een tweeling bevalt, blijkt de eerstgeborene een prachtige zoon, Valentijn. Het tweede kind is zo mismaakt dat Guillaume weigert hem een naam te geven. Toch blijft Nameloos leven. Omdat zijn verschijning zijn vader en de dorpelingen doet huiveren gaat hij gesluierd door het leven. Dan doet de Eerste Wereldoorlog zijn intrede.
Blindelings
Het is zomer. In een Belgische kustplaats, in een appartement met uitzicht op zee, zit een man. Zijn gezicht is naar de deur gekeerd. Hij wacht, met een pistool in zijn schoot. In Blindelings raken Abigaïl, omhooggevallen bourgeoise en Karel, laag geboren zoon van een kroegbazin, verstrikt in elkaars netten. Ze krijgen een kind, Jonas. Abigaïl met haar tomeloze ambitie en Karel met zijn eeuwige twijfels hebben torenhoge verwachtingen van hun hopeloos gevoelige zoon. Dan ontmoet Jonas het meisje Anouk. Kunnen twee jonge mensen die voor het ongeluk geboren lijken het lot in een andere richting sturen?
Genadeloos duikt Kris Van Steenberge tot in de kern van zijn personages. Blindelings is een roman over schoonheid en verval, daden en dromen, uitverkorenen en verdoemden –Vlaamse tristesse op haar best.
|